De primaire oorzaak


Kinderen zijn primair niet bezig met vijandigheid maar met veiligheid


Structurele misdragingen zijn vooral een situationeel gebonden gedragsprobleem. Het feit dat kinderen dit doen, ligt primair niet aan ouders, kinderen of school, maar aan school gerelateerde sociaal te onveilige situaties. Met name aan gebrekkige sociale veiligheid in deze situaties.  

 

De vele vrije situaties, de momenten dat kinderen het op school, in de speeltuin, bij de sportvereniging (e.a.) samen moeten uitzoeken, maken het voor kinderen sociaal onveilig. Daar gelden de wetten van de natuur en de rechten van de sterkste. Kinderen zijn op die momenten niet bezig met vijandigheid, maar met het regelen van hun eigen veiligheid. 

 

Een deel van de kinderen doet er alles aan om een zo hoog mogelijke positie op de statusladder te verwerven, hoe hoger hoe veiliger. Een weg terug is geen reële optie meer. Niets menselijks is hen vreemd. Je weet wel dat je gedrag niet klopt, maar ja de meester of de juf is er niet bij en kan je niet beschermen.  



Oorzaak ligt primair niet bij het individu

> het ligt niet aan een gebrek aan weerbaarheid bij het slachtoffer

> het ligt niet aan de kwaadaardigheid van de dader(s)

> het ligt niet aan het disfunctioneren van de leerkracht

> het ligt niet aan 'de moeilijke' groep

> het ligt niet aan dat het een 'foute' school is

> het ligt niet aan 'foute' ouders of verkeerde opvoeding

 



Oorzaak ligt primair in de omstandigheden

> situationele invloeden zijn sterker dan de wil van het individu

> een gedwongen groepsleven waaraan je niet kunt ontsnappen

> het 'vrije veld' is een gesloten systeem

> weinig tot geen mogelijkheden tot sociale controle door derden

> groepsdruk en repercussies bij verzet 

> dreiging van buitensluiting en isolement 



De M5 aanpak pakt de oorzaak aan in de context

Wanneer de meelopers van rol veranderen, is dat een belangrijk moment voor een groep. Het is een grote stap naar sociale veiligheid. Niet alleen op de formele momenten, de momenten dat er een volwassene aanwezig is en er structuur geboden wordt, maar met name tijdens die vele vrije momenten. 

  

Hoofdrolspelers maken gebruik van proactieve agressie als instrument om hun eigen sociale veiligheid te regelen. Dit overlevingsgedrag kan steeds meer een manier van leven worden met ernstige consequenties voor de omgeving.

 

De praktijk laat zien dat zij soms moeilijk op eigen kracht uit die rol kunnen stappen. Toch moet dat gebeuren. Bij voorkeur op zo jong mogelijke leeftijd. Als hoofdrolspelers niet tijdig worden gestopt, dan kunnen zij grenzeloos worden. Ze maken daarbij voortdurend nieuwe slachtoffers en ontregelen sociale veiligheid op school, speelveldjes, buurten en sportclubs.

 

Vroegtijdige onderkenning en ondersteunende maatregelen maken het, ook voor de hoofdrolspelers, mogelijk om veilig te stoppen. Met de M5 aanpak brengt een school partijen in beeld. De verzamelde data brengt het gesprek met leerlingen voorbij het punt van vermoedens, toevalligheden en incidenten. Er kunnen grenzen gesteld worden en er kan gericht en op maat worden gehandhaafd.

 

Binnen een halfjaar kan een school voor iedereen een voldoende veilige plek zijn.